Table of Contents
Op korte termijn kan een goede ondersteuning op maat echter al een deel van de nood lenigen. Een vaak aangehaalde drempel bij het delen van ruimte heeft te maken met de vraag wie verantwoordelijk of aansprakelijk is als er iets misloopt (pop-up beurswand). Concreet gaat het om vragen zoals Wat als ik mijn ruimte openstel, en er sneuvelt een raam door toedoen van een externe gebruiker
Laat je dus vooral niet afschrikken, maar gebruik je gezond verstand en sluit de nodige verzekeringen af. Bovendien lost een goede verzekering niet alles op. Een verzekering betaalt enkel een schadevergoeding uit, maar zorgt niet dat schade vermeden wordt of daadwerkelijk hersteld wordt eens ze zich voordoet. Als je als school je speelplaats openstelt buiten de schooluren wil je niet enkel goed verzekerd zijn voor het geval dat één van je leerlingen zich kwetst aan glas dat werd achtergelaten na de schooluren, maar wil je ook en vooral vermijden dat er glas op de speelplaats ligt.
De praktische beslommeringen die komen kijken bij het vermijden of herstellen van schade zijn vaak een grotere drempel voor gedeeld gebruik dan het aansprakelijkheids- en verzekeringsprobleem. Ook hier bestaan echter slimme oplossingen voor - standenbouw oost vlaanderen. Meer hierover vind je hier (link toevoegen naar paragraaf over afspraken maken over onderhoud en herstellingen). In juridische termen betekent aansprakelijkheid ‘het gebonden zijn aan de rechtsgevolgen van om het even welke daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid’
Er zijn twee soorten aansprakelijkheid: de strafrechtelijke en de burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Op Jeugdwerkregels vind je meer informatie. Strafrecht gaat over regels die, als ze niet nagevolgd worden, bestraft worden. Een strafrechtelijke fout is dus een fout waarmee je een inbreuk op de wet begaat. Zo ben je strafrechtelijk aansprakelijk als je een misdrijf pleegt.
Nuttig om te weten is dat je als organisatie niet strafrechtelijk aansprakelijk bent voor een misdrijf dat wordt gepleegd door een vrijwilliger of lid van de organisatie. Voor strafrechtelijke fouten kan je geen verzekering afsluiten. De burgerrechtelijke aansprakelijkheid regelt de verhoudingen tussen burgers onderling. Volgens de wet ben je burgerrechtelijk aansprakelijk als een derde persoon schade lijdt ten gevolge van een al dan niet opzettelijke fout die je maakte.
Een vergissing die eigenlijk iedereen die voldoende voorbereid en afgewogen te werk gaat zou maken, is dus geen fout (gm productions standenbouw). Je wordt dus verwacht te handelen als een goede huisvader. Zo is de eigenaar van een gebouw aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door een instorting van het gebouw, wanneer deze te wijten is aan een verzuim aan onderhoud of door een gebrek in het gebouw
In dat geval is het nog steeds de eigenaar die de schade zal moeten vergoeden aan het slachtoffer. Dat komt omdat de eigenaar steeds vermoedelijk aansprakelijk is. Alleen zal in het geval dat de uitbater aansprakelijk is, zijn aansprakelijkheidsverzekering een belangrijk deel van de schade moeten terugbetalen aan de verzekeraar van de eigenaar, in het kader van de huuraansprakelijkheid (zie hier voor meer informatie).
Soms echter kan je ook aansprakelijk gesteld worden voor fouten van anderen (modulaire standenbouw). Ouders en begeleiders zijn in principe aansprakelijk voor de schade die kinderen onder hun hoede veroorzaken aan anderen. Ook organisaties kunnen aansprakelijk zijn. Zo is (sinds 2007) een organisatie aansprakelijk voor de schade die een vrijwilliger van de organisatie berokkent aan een derde bij het verrichten van het vrijwilligerswerk (meer informatie vind je hier)
In vele gevallen kan je je hier echter tegen indekken via een verzekering. Het verzekeren van een gedeelde ruimte initiatief is niet vanzelfsprekend Een eerste moeilijkheid is de grote diversiteit aan activiteiten die doorgaan in gedeelde ruimtes (beurswand printen). Verzekeraars willen graag weten over welke (soort) activiteiten het gaat, en dat is in een gedeelde infrastructuur niet altijd mogelijk
Een tweede vraag is wie welke verzekeringen moet afsluiten. Bij gedeeld gebruik zijn er namelijk steeds meerdere partijen betrokken. Bij tijdelijk gebruik stelt zich bovendien vaak het probleem van het verzekeren van (activiteiten in) verouderde gebouwen of gebrekkige infrastructuren die niet meer volledig in orde zijn. Bij collectief gebruik heb je te maken met heel wat onbekenden in je infrastructuur.
“We hebben een bijzondere uitgebreide polis, want we doen hier heel veel verschillende soorten activiteiten: gevechtsport, een café, een weggeefmarkt met tweeduizend mensen, - standenbouw beurzen. Voor een verzekeraar is dat even slikken. Die polis is niet onaanzienlijk” (Sven De Bondt, Matexi, over de tijdelijk invulling op de Tupperwaresite in Aalst). Kortom, het verzekerd krijgen van een gedeeld ruimte initiatief is een ingewikkeld kluwen
Heel wat gedeelde ruimte initiatieven stranden op het verzekerings- en aansprakelijkheidsvraagstuk, en daardoor uiteindelijk niet van de grond komen. Hoe richt je een expositie in?. Enkele aandachtspunten bij het afsluiten van verzekeringen bij gedeeld gebruik Het heeft geen zin jezelf dubbel te verzekeren. Ga dus eerst na welke verzekeringen er al werden afgesloten: door je eigen organisatie, door andere partijen binnen het gedeelde ruimte initiatief (bv
Breng alle risico’s in kaart en maak een kosten-batenanalyse Je kan niet alles verzekeren (dat kost namelijk handenvol geld). Zorg dat zeker de grote risico’s gedekt zijn (die het voortbestaan van je werking of initiatief in het gedrang kunnen brengen, bv brand,…) Vertrek van wat er regelmatig kan fout lopen (dingen die eigen zijn aan je werking of initiatief), niet van wat er ooit misschien eens zou kunnen mislopen (tenzij met betrekking tot risico’s met een grote financiële impact zoals brand,…) Maak duidelijke afspraken met de verschillende partijen betrokken bij het gedeelde ruimte initiatief over wie welke verzekeringen moet afsluiten.
Ga in gesprek met verschillende verzekeringsmakelaars om de meest interessante formule te bedingen. Verzwijg daarbij geen inlichtingen die de beoordeling van het risico kunnen beïnvloeden. Je kunt er de voordelen van een verzekeringscontract mee tenietdoen. Op Jeugdlokalen vind je meer nuttige tips. Sinds 2007 zijn verenigingen met rechtspersoonlijkheid (vzw’s, publieke rechtspersonen,…) en feitelijke verenigingen die personeel tewerkstellen verplicht een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering. standenbouw beurzen (voor vrijwilligers) te hebben
Via deze verzekering ben je als organisatie verzekerd voor de schade die een vrijwilliger of lid van je organisatie berokkent aan een derde bij het verrichten van het vrijwilligerswerk of in het kader van de activiteiten van je organisatie. beurswand doek. Het gaat zowel om materiële schade (bijvoorbeeld aan de infrastructuur) als lichamelijk letsel (bijvoorbeeld door een gebrek aan je infrastructuur)
Als een school of jeugdvereniging haar infrastructuur openstelt, zullen daar ook activiteiten doorgaan die niet onder de normale school- of jeugdwerkactiviteiten vallen, en dus niet gedekt worden door de standaard verzekeringspolis van de school of de vereniging. Daarom sluit bij gedeeld gebruik zowel de organisatie die de ruimte ter beschikking stelt als elke organisatie die medegebruiker is best een eigen verzekering burgerlijke aansprakelijkheid af.
Niet wettelijk verplicht, maar een absolute must (standenbouw berchem). Deze verzekering dekt de schade aan een gebouw ten gevolge van brand (en vaak ook ten gevolge van andere zaken zoals storm of water). Zowel de eigenaar als de gebruikers (huurders,…) kunnen aansprakelijk zijn bij brand, dus het is van groot belang dat zij allen een goede brandverzekering afsluiten
De eigenaar of verhuurder kan in zijn brandverzekering echter ook een clausule ‘afstand van verhaal’ laten opnemen. Dat betekent dat hij of zij in geval van schade door brand de kosten niet zal doorrekenen aan de huurders of gebruikers. In dat geval moet je als gebruiker dus geen brandverzekering afsluiten.
Wanneer je organisatie – occasioneel of regelmatig – lokalen of (gedeelten van) gebouwen ter beschikking stelt van andere organisaties is de clausule ‘afstand van verhaal’ dus heel nuttig - actual standenbouw. Die clausule verzwaart de premiekosten vaak behoorlijk – het lijkt dan ook terecht om minstens die kosten door te rekenen op je ‘onderhuurders’
Met andere woorden: als jij als huurder schade aanricht en er is in het huurcontract ‘afstand van verhaal’ opgenomen, dan word je als huurder niet aansprakelijk gesteld. De verzekering zal de schade vergoeden aan de verhuurder. Om die ‘afstand van verhaal’ op te nemen in het huurcontract zal de verhuurder meestal een extra premie moeten betalen aan zijn of haar makelaar (bij sommige verzekeraars is dat echter niet zo).
Opgelet: afstand van verhaal moet vermeld worden in het huurcontract en schriftelijk bevestigd worden door de verzekeraar van de verhuurder. Pas goed op: soms is er sprake van een maximumbedrag in een regeling met afstand van verhaal (expo beurswand). Dat houdt in dat bij schade hoger dan die waarvoor afstand van verhaal gedaan werd de huurder toch aansprakelijk gesteld kan worden! Het komt ook voor dat er een vrijstelling (‘franchise’) voorzien is
Soms kan dat bedrag zelfs vrij hoog zijn (bijvoorbeeld € 20 000). Je dekt je dan het beste in tegen dat risico. Bron: Brochure Jeugdlokalen en overeenkomsten. De Ambrassade, 2017 De objectieve aansprakelijkheidsverzekering voor brand en ontploffing is een verplichte verzekering wanneer je als vereniging gebouwen gebruikt (huurt, leaset, in eigendom hebt) die toegankelijk zijn voor leden, medewerkers en/of publiek, of wanneer je activiteiten ontplooit in de publieke ruimte waarbij mogelijk brand- en ontploffingsgevaar is.
De verzekering moet worden afgesloten door degene die het gebouw exploiteert. Soms, wanneer je bijvoorbeeld een gebouw van de gemeente betrekt, heeft die al zo’n verzekering genomen. Soms legt de huurovereenkomst dit op aan de huurder-organisatie. Het is dus van groot belang dat je nagaat of dit risico voldoende is gedekt door je verzekering of die van een andere partij.
Hou je fuiven of een spaghettislag, of verhuur je aan niet-jeugdwerk, dan is die verzekering wel verplicht. Ook jeugdhuizen (groter dan 50 m²) moeten verplicht een objectieve aansprakelijkheidsverzekering voor brand en ontploffing afsluiten - beurswand engels. Bij gedeeld gebruik mag je er vanuit gaan dat een objectieve aansprakelijkheidsverzekering voor brand en ontploffing nodig is
Verzekering van inboedel en materiaal (eventueel aan te vullen met een verzekering tegen diefstal): Bij gedeeld gebruik verzekert elke gebruiker best zelf zijn goederen, materiaal, inboedel, onroerende inrichtingen en verfraaiingswerken aan het gebouw. Het is aan te raden dit te doen bij dezelfde maatschappij die reeds het gebouw verzekert. Dit is de beste manier om polissen op elkaar te laten aansluiten en maakt vaak ook de regeling van schadegevallen makkelijker.
Autoverzekering, verplicht als de organisatie eigenaar is van één of meer auto’s. Rechtsbijstandsverzekering Basisinformatie over verzekeringen vind je op ABCverzekering - beurswand pop, een initiatief van Assuralia, de beroepsvereniging van de verzekeringsondernemingen. Een overzicht van verplichte en nuttige verzekeringen voor verenigingen vind je op Scwitch. Verenigingen kunnen hier eveneens (tegen betaling, maar soms ook gratis) terecht voor ondersteuning op maat
Scholen vinden meer informatie over verzekeringen in functie van gedeeld gebruik op Slimgedeeld. Gedeeld gebruik brengt vaak extra kosten met zich mee. verlichte beurswand. De zoektocht naar middelen om die kosten te dekken blijkt voor vele gedeelde ruimte initiatieven niet evident. In wat volgt gaan we wat dieper in op de kosten voor gedeeld gebruik, en de mogelijke inkomsten waarop gedeelde ruimte initiatieven beroep kunnen doen
Volgens Sven De Bondt, projectontwikkelaar en beheerder van de Tupperwaresite, was de grootste kost voor de tijdelijke invulling op deze plek het administratief en juridisch in orde brengen van de verouderde infrastructuur: “Om een sloopsubsidie te krijgen moet je kunnen aantonen dat je gebouw op de leegstandslijst staat. Je moet uitkijken dat dit soort gratis kosteloos ter beschikking stellen voor tijdelijk gebruik je status op die lijst niet in gedrang brengt.
Een ander probleem is de onroerende voorheffing. Wij slopen het hier nu niet omdat we het fijn vinden dat het gebruikt wordt, maar dat betekent wel dat we er jaarlijks € 30 - standenbouw.000 onroerende voorheffing op betalen. Dat zijn toch zaken … Enfin het is niet onmogelijk en het is niet problematisch maar ik kaart het toch wel aan
Rechtspersonenbelasting of vennootschapsbelasting: vzw’s zijn onderworpen aan een rechtspersonenbelasting, ondernemingen die handels- of nijverheidsactiviteiten uitoefenen moeten vennootschapsbelasting betalen. Inkomsten uit het verhuren van een ruimte zal je als vzw bijvoorbeeld moeten aangeven in de rechtspersonenbelasting. Onroerende voorheffing (zie verder) Bij gedeeld ruimtegebruik is het mogelijk dat zowel van belasting vrijgestelde als niet-vrijgestelde activiteiten plaatsvinden in één ruimte.
Een bijzonder geval is de onroerende voorheffing, een gewestbelasting op het inkomen uit gronden en gebouwen. Sommige gebouwen en gronden zijn hiervan vrijgesteld, bijvoorbeeld erkende bossen, monumenten, gebouwen gebruikt voor onderwijs - expo z standenbouw , openbare erediensten, hospitalen en rusthuizen, en gebouwen gebruikt door erkende jeugdwerkorganisaties, jeugdverblijfcentra, of sportverenigingen. Meer informatie vind je op de website van de Vlaamse Belastingdienst of op Slimgedeeld
Navigation
Latest Posts
Wat Kost Een Stand Op Een Beurs?
Hoe Organiseer Je Een Solo-expositie?
Portable Panels